Wat ons niet zal doden – David Lagercrantz

In de wetenschap dat de schrijver van de Millenium-trilogie, Stieg Larsson, overleden was, leek er voor verwoede lezers van deze tergend spannende thrillers weinig hoop op een vervolg. Op verzoek van de erven van de schrijver nam David Lagercrantz echter de uitdaging aan om de belangrijkste personages, Mikail Blomkvist en Lisbeth Salander, nieuw leven in te blazen. Het resultaat is Wat ons niet zal doden, een boek dat zowel verguisd als bejubeld werd in de pers.

Lagercrantz heeft naar eigen zeggen niet geprobeerd om Larssons schrijfstijl te kopiëren. Inderdaad komt het boek in stilistisch opzicht niet in de buurt van de trilogie. Hier en daar lijkt het zelfs een schrijfoefening van een pretentieuze amateur waardoor bloedstollende situaties lachwekkend worden. Dat is jammer, want op zo’n moment neem je als lezer afstand van het verhaal in plaats van erin meegezogen te worden.

Toch heb ik doorgezet, en dat is te danken aan de technisch enorm goede plot die de schrijver opgezet heeft. Natuurlijk moest die plot draaien om Lisbeth Sanders bijzondere gave: het kunnen hacken van vrijwel ieder computersysteem. Lagercrantz heeft daarvoor zijn licht opgestoken bij wiskunde- en veiligheidsspecialisten waardoor het verhaal inhoudelijk, in ieder geval voor een IT-leek als ikzelf, geloofwaardig is. Daarnaast heeft de schrijver een hoofdrol bedacht voor een savant, een autistisch kind met uitzonderlijke kwaliteiten. Het is aan hem te danken dat Lisbeth Salander blijft leven en de slechteriken hun trekken thuis krijgen.

Wat verder voor het boek pleit, is dat Lisbeth Salander en Mikael Blomkvist beiden een interessante ontwikkeling doormaken, waardoor ze interessanter en geloofwaardiger zijn geworden. Mikael is niet meer de sterreporter die de ene na de andere scoop brengt. Het is aan zijn reputatie te danken en niet aan zijn journalistieke kwaliteiten dat hij toch een gevoelig verhaal in handen gespeeld krijgt.  Dat komt bijzonder goed uit, want Milennium maakt moeilijke tijden door en staat te springen om een hit.  Lisbeth Salander daarentegen is nog steeds vrijwel onverslaanbaar, maar kent toch een moment van aarzeling, wat maakt dat ze haar grootste tegenstander laat leven. Een briljante keuze van Lagercrantz, want het geeft Lisbeth Salander menselijke trekken en het laat de deur open naar een vervolg op dit boek.

Ondanks de genoemde stilistische haperingen, is de schrijver er in mijn ogen in geslaagd een boeiend verhaal te componeren, voorzien van meerdere lagen en universele thema’s. Bijna alle personages worstelen namelijk met ‘het kwaad’ in alle verschijningsvormen. Bijna, want het autistische jongetje, August, houdt zijn focus op dat wat echt belangrijk is. En daarmee behoedt hij de ‘volwassenen’ in dit verhaal voor een ramp.

Ik kijk uit naar het volgende deel.